Een idealistische visie

Generaal Johannes van den Bosch is oprichter van de Maatschappij van Weldadigheid. Niet alleen minister van Staat, vertrouweling van Koning Willem I, Tweede Kamerlid en gouverneur generaal van Nederlands-Indië, maar ook een visionaire idealist die geloofde in de maakbare samenleving. Zijn gedachtegoed komt voort uit de Europese Verlichting. Nadat de Franse troepen van Napoleon uit ons land vertrokken waren, wilde Johannes van den Bosch een einde maken aan de verpaupering van met name de stedelijke bevolking. De kern van zijn oplossing bestond uit het bieden van huisvesting, werk, scholing en zorg binnen nieuw op te richten landbouwkoloniën in Drenthe. 

Crowdfunding in 1818

Met carte blanche van Koning Willem I en diens zoon prins Frederik, die voorzitter en beschermheer van de Maatschappij van Weldadigheid wordt, sticht Johannes van den Bosch in 1818 de Proefkolonie Frederiksoord. Met veel steun uit zijn vooraanstaande netwerk in diverse steden in Nederland worden plaatselijke commissies gevormd, die geld zenden naar de Maatschappij van Weldadigheid en zorgen voor ‘opzending’ van armen naar de Koloniën. Tussen 1818 en 1840 telt de Maatschappij circa 23.000 leden. Crowdfunding in 1818.

Honderd jaar vooruit op landelijke ontwikkelingen

In vlot tempo verrijzen de eerste honderden koloniehuisjes en strijken behoeftige gezinnen neer in deze eerste landbouwkolonie. Daarna volgen er meer in de omgeving van Wilhelminaoord, Willemsoord, Boschoord, en Wortel in België. Er worden scholen gesticht, er komen voorzieningen als een gaarkeuken en een spinnerij, eigenlijk alles wat nodig is om zelfvoorzienendheid te realiseren. Dit alles wordt in een periode van 1818 tot 1823 gerealiseerd.

Kerkbezoek is verplicht evenals het volgen van onderwijs en lidmaatschap van het ‘ziekenfonds’. Met het invoeren van de leerplicht en ziekenfondsverplichting lopen de koloniën een kleine honderd jaar vooruit op de landelijke ontwikkelingen. Wie zich niet wil conformeren aan de regels en de handhaving daarvan, wordt ‘opgezonden’ naar de onvrije Koloniën in Veenhuizen (voor vondelingen en weeskinderen), Ommerschans (voor landlopers en bedelaars) en Merksplas (België).

De gedachte van de maakbare mens en een maakbare samenleving krijgt vorm in de verplaatsing van vele duizenden mensen uit de steden naar het platteland. Naar in onze ogen mooie en woeste streken van Drenthe; een binnenlandse kolonisatie. Waarschijnlijk gaat het in de periode 1818-1921 over circa 80.000 mensen in Drenthe met naar schatting één miljoen nakomelingen nu. Niet allemaal onbekende mensen… Zo vonden Daphne Bunskoek, Philip Freriks, Henny van der Most en Jeltje van Nieuwenhoven hun voorouders terug als kolonisten in de Koloniën van Weldadigheid. Wilt u weten of u een nazaat bent van de kolonisten uit 1818? Ga naar de website allekolonisten.nl en ontdek of u een afstammeling bent en/of uw voorvaderen in Frederiksoord (of in een van de andere koloniën) gewoond hebben.

“Het behouden en ontwikkelen van het cultuurhistorische erf- en gedachtegoed wordt steeds belangrijker.”

Cultuurhistorisch erf- en gedachtegoed

In 1830 wordt België onafhankelijk en vallen Wortel en Merksplas niet meer onder de Maatschappij van Weldadigheid. In 1859 neemt de Staat der Nederlanden de Koloniën Ommerschans en Veenhuizen over.

De Maatschappij van Weldadigheid legt zich vanaf 1859 weer toe op haar landbouwkoloniën. Tot 1910 worden nog mensen opgenomen in het kader van de armoedebestrijding, daarna gaat de Maatschappij zich toeleggen op beheer en exploitatie van haar bezittingen. In de periode 1920 tot 1980 worden veel bezittingen verkocht, waaronder geheel Willemsoord. In de tachtiger jaren van de vorige eeuw wordt het besef van cultuurhistorie erg belangrijk. Veel gebouwen komen op de Rijksmonumentenlijst en de Maatschappij besluit in principe geen gebouwen meer te verkopen. Het behouden en ontwikkelen van het cultuurhistorische erf- en gedachtengoed wordt steeds belangrijker.

“Een plek die dient als de Proeftuin van Weldadigheid voor nieuwe perspectieven op het gebied van de sociale zekerheid van nu in combinatie met gezond leven.”

Nieuwe kansen en perspectieven

Tegenwoordig heeft de Maatschappij van Weldadigheid circa 1.300 ha grond en 60 panden in bezit, waaronder 32 rijks-, 4 provinciale en 3 gemeentelijke monumenten. Het ideaal van Johannes van den Bosch leeft nog steeds voort in de gebouwen van de Maatschappij van Weldadigheid. Ook in immateriële vorm, in verhalen en in de vele boeken. We kunnen spreken over erfgoed met een uniek karakter. Een zeldzame verbinding tussen mensen, landschap en Europese Verlichting.

Op dit moment is de Maatschappij van Weldadigheid bezig om een nieuwe betekenis te geven aan het gedachtengoed van Johannes van den Bosch. Dit door de vrije Koloniën Frederiksoord, Wilhelminaoord en Willemsoord met hun cultureel erfgoed, de plek te laten zijn waar mensen nieuwe kansen worden geboden. Een plek die dient als de Proeftuin van Weldadigheid voor nieuwe perspectieven op het gebied van de sociale zekerheid van nu in combinatie met gezond leven.

UNESCO-status ontvangen

Van de 7 koloniën zijn Frederiksoord, Wilhelminaoord, Veenhuizen, en Wortel bij UNESCO in Parijs voorgedragen voor Werelderfgoed. Een transnationale, seriële voordracht. In 2021  zijn de voorgedragen koloniën op de Werelderfgoedlijst opgenomen.